Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders
Hondius kaart
Met steun van het VSB Fonds heeft de Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders in het voorjaar van 2000 een zeer zeldzame kaart kunnen verwerven, een sleutelstuk in de historie van de ontdekking van Kaap Hoorn. Het betreft de Mercator-Hondiuskaart van 1602, waarop Vuurland als een archipel is aangegeven. Ten zuiden daarvan - parallel aan Straat Magelaen - wordt een tweede doorvaart tussen de Atlantische en de Stille Oceaan getoond.
In 1615 vertrok de vloot van Le Maire en Schouten uit Hoorn om bezuiden de moeilijk te bezeilen Straat Magelaen een nieuwe weg naar de Stille Zuidzee te zoeken.
Een vraag, die zich tot op heden voordoet, is: Waarop baseerde Le Maire zijn vermoeden van die zuidelijke doorgang? Hoe kon hij die veronderstellen terwijl de grote geografen en cartografen als Ortelius, Plancius, Mercator en Blaeu, Vuurland zagen als een deel van een groot zuidelijk vasteland, dat de wereld in evenwicht moest houden. Het antwoord ligt bij de kaartenmaker Jodocus Hondius.
Jodocus Hondius (Joost de Hondt) was als kaartgraveur werkzaam geweest in Engeland en had daardoor regelmatig contact gehad met insiders die bekend waren met de waarnemingen in het verre zuiden door Francis Drake. Die was bewesten Vuurland door een storm naar het zuiden geslagen en had daar een open zee gezien, die zich mogelijk uitstrekte tot de Atlantische Oceaan. Hondius heeft, na zijn verhuizing naar Amsterdam, drie kaarten gemaakt van de situatie zoals die zou kunnen zijn. Twee ervan veronderstellen een zeestraat ter breedte van de Noordzee, maar dat vond niet veel geloof, zelfs niet (blijkens een bijschrift op een van die kaarten) van de maker. De derde kaart toont Zuidland weer groter maar laat nog steeds een nauwe doorvaart zien. Daarna, in 1606 en 1607 liet Hondius ook die doorvaart weg en keerde daarmee terug naar de traditionele voorstelling van Vuurland als deel van het Zuidland. De derde kaart van Hondius, dus die met de nauwe zeestraat, moet Isaac le Maire in zijn bezit hebben gehad en hij moet in het bestaan van de zeeroute hebben geloofd, zo meent men binnen de Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders. Het journaal van zijn zoon noemt bij het naderen van Vuurland de gezochte verbinding namelijk "het Zuydergat". Van die kaart is een gaaf exemplaar opgedoken en door de Stichting aangekocht. Zo groeit in Hoorn de documentatie en presentatie van de vroegste tot de jongste Kaap Hoorn-vaart.